donderdag 2 juni 2011

Thema huis

Donderdag 2 juni, Hemelvaartsdag.

Thema huis.

Opdracht:
Hoe is het uitzicht vanuit je huis?
Niet spectaculair aan de voorkant. In het weekend is het een grote parkeerplaats. Door de week toont het ruim doordat iedereen aan het werk is. Mijn achteruitzicht beperkt zich tot de tuin en de muur van het huis van de buren. De tuin is mooi met een vijver, een perenboom, hortensia’s en in de vijver veel vissen, salamanders, paddenvisjes en een schildpad. De tuin is een beetje verwilderd. Dat past goed bij mij. Laat alles maar een beetje groeien, dat geeft verrassende combinaties.
Als ik op de zolderkamer ben, kijk ik vanuit het raam tussen de huizen door naar het fietspad en de uitlaatplek voor honden. Soms zou ik willen dat ik op de bossen uitkeek of op bloeiende heidevelden.
Toch ben ik blij dat ik hier woon, in dit huis, in de bewoonde wereld. Anders zou ik een kluizenaar worden.

Vul deze zinnen aan:
Mijn huis is... mijn thuis, mijn veilige plek waar ik altijd weer terug kom. Waar ik mezelf kan zijn en er mijn eigen paleis kan creƫren.

Als ik thuis ben...zit ik het liefst aan mijn werktafel. Alles bij de hand, s’avonds de televisie aan en soms de telefoon uit.

Mijn eigen plek in huis is...toch wel de keuken. Alles staat zoals ik het hebben wil. Ik kan blindelings de spullen pakken. Iemand noemde mijn keuken een puzzel, alles past precies in elkaar. In de rest van het huis kan ik soms de spullen niet vinden. Het verwisselt te vaak van plek.

Ik woon in mijn huis met...de geest van mijn man die me regelmatig komt bezoeken en met me praat, troost, moed in spreekt om verder te gaan met leven.

Waar naar toe wil je jouw huis verplaatsen?
Ik zou niet aan een grote rivier willen wonen of achter een dijk. De watermassa zal toch op je af komen. Mijn huis op het water als een drijvend huis vind ik ook niks. Hij kan bij hoog water en sterke stroming op drift raken. Mijn huis zou wel langs de rand van een bos of heide kunnen staan op een stabiele ondergrond. Ver weg van verkeer en lawaai. Vlinders om je heen en zoemende bijen. Veel zon en weinig wind. Af en toe een vliegtuig die naar een verre bestemming vliegt. Een blaffende hond, vogels die fluiten. Het mag een idyllisch plekje zijn, inspiratiebron voor tekenen en schilderen en ook om mooie teksten te schrijven.

Wat neem je beslist mee als je gaat verhuizen?
Mijn schrijfsels, mijn dagboeken. Dat is mijn leven tot nu toe, mijn verleden, mijn fantasieverhalen. Mijn wereld waarin ik zo graag verblijf. Waarin ik anoniem kan zijn met mijn eigen gedachten. Zonder kritiek en commentaar.
Maar zelf kan ik naar hartenlust roddelen. Niemand die er last van heeft. Bij mij lucht het op en laat de stress achter op papier.


Rondeel met twee zinnen uit een eerder geschreven tekst:

Buren ken ik nauwelijks.
We zeggen elkaar gedag.
Ik zie ze vanuit mijn keuken
maar ik ken ze nauwelijks.
Ik zou het willen veranderen
en toch doe ik het niet.
We zeggen elkaar gedag
maar ik ken ze nauwelijks.